Geraniums. Deel acht.

Een schreeuw. Ik kijk op, verschrikt. Dan stilte. Waar kwam het vandaan? Een ijzige gil, door merg en been, die nog lijkt na te echoën in de buitenlucht. Ik voel mijn borst op en neer gaan. Mijn adem kort en snel, hoog en luidruchtig.  Er nadert een vrouw. Ze zal de schreeuw gehoord hebben. Ik…

Geraniums. Deel zeven.

Kun je in stapjes sterven?  Geen klap die je blindelings raakt en je binnen cruciale seconden de oversteek doet maken van leven naar dood. Een genadevolle lichtbundel en je bent weg. Ik sterf in delen, in het donker. Zwarte vlekken die me tijdelijk uit het land van de levenden halen. Geen eervol einde waar met…

Geraniums. Deel zes.

De gordijnen. Ze gaan niet meer open. Of zijn het mijn ogen?  Het licht. Ver weg. Zacht melkwit, als een zomerochtend in een nevelig veld, de lucht bezaaid met glinsterende pollenpluimpjes, dansend op de eerste stralen, als een warme verwelkoming van een verse dag. Maar is het wel dag? Ochtend? Nevel. Meer nevel.  Niet huilen,…

Geraniums. Deel vijf.

Het is hier donker. Ik weet dat dit mijn kamer is, maar geloof het nog niet helemaal. Telkens wanneer ik mijn ogen open, is het de vraag. Waar ben ik vandaag? Op dezelfde plek, van buiten, maar telkens op een andere plek, van binnen. Onbetrouwbaar, onpeilbaar. Wanneer je je niet meer veilig thuis kunt voelen…

Het Afscheid.

“Ieeejhuuuw” – De vrouw voor me in de rij springt een halve meter in de lucht. Niet te missen, want we staan in een uitermate verstilde rij, om een kapel in te komen, voor een afscheidsdienst. Zo’n rij waar je de stilte voelt. Waar elk geluid of beweging oneerbiedig zou lijken. Terwijl… Tja, wat zou…

Het Uitstrijkje.

Het klinkt al onprettig als je het uitspreekt. Een uitstrijkje. “Sjtriek dich neet oet!”, hoor ik mijn moeder nog roepen, zo’n 20 jaar geleden. Vrij vertaald; “strijk je niet uit”, ofwel; “maak je niet smerig”. Ik ben 30. En tegenwoordig strijk ik me nog bijzonder weinig uit. Op het meest recente uitstrijkje na. Dat van…

6 Daar gaan we dan

“Hey Evelyn” – Ik schrik op. Mensen moeten echt stoppen met uit het niets mijn naam roepen van dichtbij. Voluit. Naast me zit, gehurkt op zijn even prachtig gebruinde als gespierde benen, de surfdude. Sinds de avond me gisteren afkoelde heb ik de nacht doorgebracht in Casa de Surf. Vandaag zal ik een nieuw onderkomen…

5 Vunzige visser

Ik wil hier weg! Wat ís dit voor een plek? Wanneer ik terugkom bij mijn dormroom krijg ik de schrik van mijn leven. Ál mijn spullen zijn uit mijn koffers getrokken en liggen nu verspreid door ‘mijn’ hele kamer. Ik sta te versteld om te reageren. ‘Een lokale storm heeft alleen dit hostel getroffen, van…

4 Thuis?

Er is geen receptie en dit hostel bestaat blijkbaar alleen maar uit één Natalia en zes zogenaamde ‘dormrooms’. Grote ruimten met zoveel mogelijk stapelbedden, gevuld met reizigers. Lees: millennials die niet weten wat ze moeten met hun leven en daarom een paar maanden als vagebond door het leven gaan, voor ze aan een studie Rechten…

3 Even niets

Met twee koffers en mijn handbagage strompel ik de trap op. Lieve goden, wat is het om te ploffen hier. Ik zweet peentjes terwijl ik in elke hand een koffer beet heb, die ik met onhandig opgeheven ellebogen de treden op probeer te sleuren, richting de ingang van het hostel. De Portugese zon priemt op…