de hondenmoeder

Ten eerste: ik heb een hond. Ik ben geen moeder. Toch is er zoiets als een hondenmoeder. De eerste keer dat ik van deze kotsterm hoorde, bloedde mijn oren en zakte mijn broek af. De ergste verwachting bleek werkelijkheid: vrouwelijke eigenaars van honden noemen zichzelf hondenmoeders, in mijn kringen. Als in: ik heb een hond, dus ik ben z’n moeder.  

Ten tweede: NEE DAT BEN JE NIET. 

Mijn persoonlijke weerzin en daaropvolgend bovenstaande conclusie komen op een paar niveaus tot stand. Een toelichting. 

1. Een hond heeft een moeder. Dat is zeker. Het is DE MOEDER VAN DE HOND. OOK EEN HOND. Het is biologisch daarom licht weerzinwekkend om jezelf een hond te noemen. Of je hond een mens. Faktap. 

2. Er zijn moeders. Van kinderen. Mensenkinderen. Om jezelf met hen te vergelijken – inclusief gebroken nachten, luiers waar de groene derrie uit druipt, uitgespuugde banaan tegen de nieuw geschilderde muur, creatieve watervaste stift kunstwerken op de opgeknapte visgraatvloer en satanistische jengelsessis in de supermarkt – is ook faktap. Je hebt een hond. Die laat je uit. Soms blaft hij, en je flikkert twee keer per dag een berg brokken in z’n bak. Meer ellende komt daar niet bij kijken. 

Toch wist een zeker iemand in mijn omgeving het voor elkaar te krijgen. Ze vergeleek de eerste nacht met een nieuwe pup in huis met de gebroken nachten van vriendin M die een paar maanden eerder haar eerste (MENSEN)kind kreeg. “Poeh, ik weet nu hoe je je voelt, vannacht heeft fikkie de hele tijd zitten jammeren beneden, moest ik weer gaan kijken en hem terug op zijn matje leggen. Heftig, hoor. Ik ben kapot.” – *Een moment snerpende stilte* – *wisselende blikken* – *broek af, bloedend oor* – did she just say that?! – M: “Ehh, oké. Dat is niet helemaal hetzelfde. Wacht maar tot jij een kleine hebt.” – Understatement of the year. (Dit is dezelfde vriendin die zichzelf hondenmoeder noemt, ook in het bijzijn van Echte Moeders. Een inspiratie voor ons allen. Of in elk geval degenen die zich er graag over verwonderen en schrijven: moi.)

Noot: vergis je niet. Ik ben de grootste hondenliefhebber op deze planeet. Mijn hond is helemaal de shit, ik ben er weg van, maakt elke dag een beetje leuker, krijgt knuffels en liefde en snoepjes en veel lange wandelingen. Niets ten nadele van de hond, of de hondeneigenaar. Het is gewoon geen kind. Bij lange na niet. Dat weet ik, en ik heb niet eens kinderen. Kun je nagaan hoe simpel die conclusie is. 

Toch blijven veel dames in mijn kringen verward. Ben ik nu een moeder? Ben ik het nu niet? Neen. Je bent het niet. Toch begrijp ik de hersenhapering. De hond is een surrogaat, in veel gevallen. Wat blijkt namelijk? Steeds meer dertiger krijgen a. Later kinderen en nemen b. Vaker een hond vóór ze kinderen nemen. 

Dus uiteraard: het is helemaal zo gek niet dat de vergissing gemaakt wordt. Het is zelfs bewezen dat het emotioneel vergelijkbaar kan voelen om een kind of een hond te hebben. En dan blijken stadskinderen iets sneller last te hebben van die verwarring dan plattelandskinderen, die meestal een beter zicht hebben op het verschil tussen een dier en een mens. 

De een heeft een staart, de ander niet. De een slaapt in een hok, de ander in z’n bed. De een blaft, de ander praat. De een wast z’n kontgat met z’n tong, de ander niet. Duidelijk, weinig ruimte voor verwarring, wat mij betreft. Maar dat zal het plattelandskind in mij wel zijn. 

Groetjes van een hondeneigenaar. Liefde aan alle moeders én mede-hondeneigenaars <3

Lees verder

het kind

Je kwam met de eerste sneeuw. Dikke vlokken dwarrelden buiten richting de grond, om zich daar bij de rest te voegen. Flinke windvlagen pikten ze

LEES MEER

het mondmasker

Daar lig ik dan. Met mijn rug aan de stoep geplakt. Een verse bui heeft me zonet definitief gevloerd. Heel even bezat ik de ijdele

LEES MEER

Vind je leuk? Deel met je vrienden :)