het kind

Je kwam met de eerste sneeuw. Dikke vlokken dwarrelden buiten richting de grond, om zich daar bij de rest te voegen. Flinke windvlagen pikten ze weer op om er een paar rondjes mee te zwieren en ze elders te ruste te leggen. Een dik pak had zich zo al verzameld, buiten ons keukenraam. Binnen was het warm. De haard brandde enthousiast. We keken samen Starwars op de bank, dicht tegen elkaar gekropen. Later die nacht maakten we jou, onder de dubbele laag dekens, stoeiend om er geen teen buiten te steken, geschrokken van de plotse kou in de slaapkamer. 

Tenminste, dat zou mooi zijn. Zo ging het in mijn hoofd. Zo had ik het je later graag verteld. ‘Mama, waar kom ik vandaan?’, zou je vragen. ‘Je kwam met de eerste sneeuw, …’ zou ik zeggen. Maar je bent er niet. Nog niet. 

Toch hebben we het al best een tijdje over je. Eerst als een stil stemmetje van binnen. ‘Het zou toch wel leuk zijn als…’ gevolgd door ‘Ja, maar nee, maar nu nog niet’. Toen als een belofte. ‘Zodra mijn baarmoeder oké is, gaan we er voor’. Later als een afspraak. ‘Oké, nu gaan we er voor.’ Om met de weken en maanden langzaam te transformeren van spanning naar verwachting, naar hoop, naar onzekerheid, naar ongeduld, naar verlangen, naar teleurstelling, naar … Tja, wat nu? 

Wanhoop zit niet in onze aard, en daar zou het bovendien veel te vroeg voor zijn. Het is een sluimerende onzekerheid en onduidelijkheid die langzaam naar je keel reikt. Die je hoofd met onzekere gedachtes vult en even later weer voorstuwt met hoop over nachten vol sneeuw en liefde.

Lees verder

de hondenmoeder

Ten eerste: ik heb een hond. Ik ben geen moeder. Toch is er zoiets als een hondenmoeder. De eerste keer dat ik van deze kotsterm

LEES MEER

het mondmasker

Daar lig ik dan. Met mijn rug aan de stoep geplakt. Een verse bui heeft me zonet definitief gevloerd. Heel even bezat ik de ijdele

LEES MEER

Vind je leuk? Deel met je vrienden :)