de vasteloavend

Mijn werkweek is weer begonnen, maar om me heen zie ik de resten van de ravage nog. Een geur van schmink, gemengd met schraal bier en vervlogen liefde hangt in de lucht. Onder mijn schoen een verdwaalde veer, vastbesloten om daar te blijven. Om niet te verdwijnen in de resten die gauw zullen worden opgeruimd. Alsof ze er nooit zijn geweest. De boa’s, de schmink, het bier, de rammelesjengs, de zate hermeniekes, de grillworst voor tussendoor, lege bekers, flügel flesjes, confetti en wat is overgebleven van de dronken vriendschap en het geluk. Van die zorgeloze wetteloze vrijheid.

Eindelijk los; vrijgelaten uit onze winterse schuilplaatsen. De straten in, de joeks op. Stations belegerd, pleinen volgestroomd en elk hoek tot de nok toe gevuld met vreugde. Naar buiten, naar buiten, naar buiten. Eindelijk weer samen.

En nu? Wat rest ons nu, behalve de herinnering aan die paar uitbundige dagen? Stilte smoort langzaam de stervende hoempapa. Een hering mit eunje. Bezinning. Nog even terug naar binnen, in onszelf. Vasten tot het voorjaar, wanneer we weer naar buiten mogen.

Den is de vasteloavend veurbie. Den ruuk het noa veurjoar.

Lees verder

het kind

Je kwam met de eerste sneeuw. Dikke vlokken dwarrelden buiten richting de grond, om zich daar bij de rest te voegen. Flinke windvlagen pikten ze

LEES MEER

de hondenmoeder

Ten eerste: ik heb een hond. Ik ben geen moeder. Toch is er zoiets als een hondenmoeder. De eerste keer dat ik van deze kotsterm

LEES MEER

Vind je leuk? Deel met je vrienden :)